Blij dat ik hier be-en !’, zingt mijn lijf, terwijl ik in één draai rechtsta. Mijn rechterarm swingt mijn lichaam mee naar een rechtstaande positie. Mijn andere arm opent zich ook zijwaarts tot op schouderhoogte. Ik tol rond mijn eigen as. ‘Blij dat ik hier ben! Blij dat ik hier be-en!’ En mijn tempo versnelt. Mijn handen rijzen als vanzelf hoger. En aangezien ik hier alleen met jou ben, niet met andere bewegers, geef ik ook stem aan die woorden. Ik voel dat dit kan. Ik schaam me niet. Ik laat dat lied, die woorden, mijn keel openen. Ik voel vibratie en ruimte in mijn keel. Ik zing dat ik hier ben.
Het rondtollen stopt. En ik begin ritmisch mijn voeten op de grond te stampen. Ik ben hier. Boef ! Ik ben hier. Baf ! Ik ben HIER ! Boef ! Ik ben HIER ! Baf ! Ik heb de indruk dat ik dicht bij jou sta. En als dat niet zo is, zo voelt het aan voor mij. Ik richt mijn woorden. Ik zing nu niet meer. Ik richt mijn woorden nu naar jou toe. Vooreerst zong ik de hele ruimte in, tollend. Nu zeg ik, zonder nog met de voeten deze woorden kracht bij te zetten, zacht en toch duidelijk: Ik ben hier. Mijn blote voeten in volle contact met de grond. Mijn benen zwaar. En mijn lichaam, vooral mijn romp, dijt uit en krimpt in, samen met mijn schouders die ritmisch op een neer gaan in het versnelde tempo van mijn ademhaling. Enkele druppels zweet vinden hun weg langs mijn slapen en wangen en druppen op mijn schouders.
Ik beeld me in dat jij zegt: ‘Ik zie je.’ Ik voel die onuitgesproken woorden. Of ze nu van jou komen of van mijn innerlijke ouder, of van mezelf aan mezelf; het antwoord is voelbaar. 'Voldaan', is het woord dat nu tastbaar in me resoneert. Het zindert in me.
(Els Soetaert)
Comments